Gastkoor Kamerijk in de Hoogmis
Vocaal ensemble Kamerijk luistert zondag 5 maart de mis op met oude meesters van de Polyfonie.
Kamerijk bestaat uit acht toegewijde zangers die u zullen meenemen in de ontstaansgeschiedenis van de westerse (kerk)muziek. Op het programma staan grondleggers uit de vroege 15e eeuw, nl. Guillaume Dufay, beroemd componist die in Kamerijk woonde, Alexander Agricola zoon van een succesvolle Vlaamse koopvrouw, en Johannes Tinctoris, componist, jurist en theoreticus. Alle drie zijn meesters in de polyfone stijl waarbij elke stem een belangrijke melodie draagt die in nauwe relatie staat tot de cantusfirmus, de hoofdmelodie van de compositie. De belangrijkste compositietechniek daarbij is “contrapunt”, zoals ook in fuga’s worden gebruikt, en waarvan de drie eeuwen latere Bach ook o.a. in zijn passies en oratoria intensief gebruik maakte. Omdat melodieën altijd een logisch einde hebben (cadens) kent polyfone muziek veel méér richtingsspanning dan andere muziek. Want waar in moderne muziek verticale akkoordenreeksen een gemarkeerde en op “effect” gerichte functie hebben, zijn bij polyfone muziek de afwisselende samenklanken die ontstaan verrassende, schijnbaar toevallige gebeurtenissen die altijd gericht zijn op wat later volgt.
Over de componisten. Dufay is een vroegere voorloper van Tinctoris en Agricola. Hij wordt als een van de grootste componisten van de 15e eeuw beschouwd in de Vlaamse Polyfonie. Bij hem zijn middeleeuwse stijlen en cadensen veel meer terug te vinden. De wisselende maatsoorten (in 2/3/4/6), soms ook tegen elkaar geven het geheel een swingend karakter, wat vooral een Franse stijlinvloed is geweest in zijn muziek. Tinctoris laat in zijn stukken een zeer ver doorgevoerde beheersing zien van diverse compositietechnieken waarbij hij meer dan zijn tijdgenoten trots en doelbewust virtuositeit laat zien, wellicht ook door zijn uiteindelijke carrière in Napels aan het hof van Aragon. Agricola lijkt wat virtuositeit betreft op Tinctoris, echter waar Tinctoris nu en dan iets voorspelbaar blijft, neemt Agricola bij het componeren van zijn melodieën juist vaak onverwachte, soms bijna zenuwachtige beslissingen, wat door de muziekwetenschapper Fabrice Fitch Agricola de bijnaam “rizoom” heeft doen geven: als een plant die onder de grond via wordtelstokken verder groeit en een eindje verder plots uit de aarde omhoog schiet.
Als u op 5 maart naar de mis komt, laat u dan inwijden in de fundamentele polyfonie uit de lage Nederlanden van de 15e eeuw!
Kaspar Ditters
Muzikaal leider van Kamerijk